PACS OF VNA: Wat is het verschil?
Veel ziekenhuizen zijn bekend met het radiologie-PACS, maar wat is het verschil tussen een PACS (Picture Archiving and Communication System) en een VNA (Vendor Neutral Archive)? En waarom kan alle opslag binnen een ziekenhuis eigenlijk niet gewoon in het bestaande radiologie-PACS?
Wat is een (radiologie) PACS?
Het PACS is ooit ontwikkeld met het oog op de radiologen, zij waren de digitale pioniers in het ziekenhuis. Dankzij het radiologie-PACS kunnen radiologen automatisch beelden bij elkaar zien en laesies op een efficiënte manier diagnosticeren. Het PACS biedt uitgebreide mogelijkheden voor radiologen om de onderzoeken te beoordelen door middel van specifieke standaard lay-outs of ‘hanging protocols’ en andere specifieke functies. Van de onderzoeken worden vervolgens binnen het PACS met spraakherkenning verslagen gemaakt. Vanwege de grote aantallen onderzoeken die radiologie doet, is het radiologie-PACS qua workflow geoptimaliseerd voor het werkproces van radiologie.
Aangezien een radiologie-PACS vaak het oudste en het meest gebruikte archief van een ziekenhuis is, is het ook het grootste in omvang. Een gemiddeld PACS bevat vele terabytes aan data en koppelt alle beeldvormende radiologiemodaliteiten.
Het PACS is volledig geïntegreerd binnen de ziekenhuisarchitectuur en zorgt via een koppeling met een RIS/EPD voor een gestroomlijnde workflow op de afdeling Radiologie.
Een PACS voor radiologie, deelsystemen voor de rest
Traditioneel richt een PACS zich dus op de workflow binnen de afdeling Radiologie. De rest van het ziekenhuis maakt vaak gebruik van een of meerdere deelsystemen voor de opslag en verwerking van de niet-radiologiebeelden en -data. Om beelden en data dan toch bij elkaar te archiveren worden deze nu soms opgeslagen in het radiologie-PACS, maar daar is het PACS - volgens ons - nou net niet voor bedoeld.
Door de grote verwevenheid met de workflow van de afdeling Radiologie en het beheer van de beelden, kunnen we stellen dat het PACS niet is ingericht voor het opslaan en inzien van beelden van andere specialismen: het kan alleen met DICOM-beelden omgaan, en ondersteunt alleen vaste statussen zoals radiologie die kent.
Daar komt bij dat artsen bij alle poortspecialismen vaak andere behoeften hebben dan radiologen. Daar waar op de afdeling Radiologie een efficiënt werkproces kan worden ingericht met behulp van de DICOM-beelden en vaste statussen, is dat bij andere specialismen veel variabeler: er is een ander statusmanagement per type onderzoek gewenst, lang niet alle apparatuur voor diagnostiek en functie-onderzoek ondersteunt DICOM en de viewing- en bewerkingsfuncties die gewenst zijn verschillen van die bij radiologie.
Het gevolg: silo’s van beelden
Als we inzoomen op de poortspecialismen, dan zien we in de praktijk dat de beelden van alle niet-radiologie-afdelingen dus verspreid kunnen zijn over meerdere deelsystemen. In het slechtste geval ontstaan er silo’s van opgeslagen data, met voor iedere silo een aparte viewer die de beelden kan tonen. Hierdoor ontstaan er eilanden van informatie en hebben de verschillende artsen van verschillende afdelingen geen volledig beeld van de patiënt. Aangezien patiënten steeds meer multidisciplinair behandeld worden door artsen uit meerdere disciplines, vormt dit een probleem voor het zorgtraject. Ook zal het in het algemeen lastig zijn om transmurale gegevensuitwisseling en netwerkzorg te organiseren vanuit vele silo’s met diagnostische data.
Het VNA als oplossing
De oplossing is om de data van al deze datasilo’s, deze eilanden van informatie, te consolideren in één archief: een Vendor Neutral Archive (VNA). Dit is een archief dat onafhankelijk is van de verschillende leveranciers van de modaliteiten en deelsystemen en waar alle data bij elkaar kan worden opgeslagen.
Een goed VNA zorgt ervoor dat alle beelden, data en signalen uit functie- en diagnostische modaliteiten en systemen in originele staat worden opgeslagen en door één diagnostische viewer kunnen worden getoond, waarbij die diagnostische viewer complete viewing en bewerkingen biedt voor alle typen data. Hierdoor kan de zorgverlener zich eenvoudig een compleet beeld van de patiënt vormen. Daarbij geldt dat het originele bronbestand, de onderliggende data dus, behouden blijft.
Een VNA voorkomt ook dat beelden en informatie onzichtbaar zijn voor een deel van de behandelende artsen.
VNA vermindert beheerproblemen ICT-afdeling
Het is geen nieuws dat IT-afdelingen binnen ziekenhuizen doorgaans met beheerproblemen kampen. Deze beheerproblemen worden met een VNA geminimaliseerd. Als de data namelijk gecentraliseerd is in één systeem, kan de ICT-afdeling eenvoudig het back-upbeleid bepalen en de storage-locatie centraal houden. Dat kan zowel on-premise of in de cloud (of een hybride combinatie).
Daarbij geeft een VNA de mogelijkheid om de data in het archief flexibel te beheren. Dit betekent bijvoorbeeld dat besloten kan worden om bestanden op een specifiek moment in de levenscyclus te verplaatsen naar een goedkopere vorm van opslag. Dit draagt bij aan het verlagen van de IT-kosten.
Ook koppelingen naar andere zorgverleners buiten de eigen ziekenhuismuren kunnen worden ingericht vanuit het VNA. Aangezien alle beelden en data van één patiënt daar zijn opgeslagen, kan de informatie eenvoudig via één “stekker” uitgewisseld worden.
Eisen aan een goed VNA
Een goed VNA slaat de data op in de originele vorm, zodat op toekomstige tijdstippen verdere analyse of onderzoek op deze beelden mogelijk blijft. Toch zien we nog steeds DICOM-archieven die zich als VNA presenteren, maar dit in wezen niet zijn. Als een archief bijvoorbeeld lange video’s opknipt en in een DICOM-formaat omzet, of data ‘bevriest’ in een PDF, zorgt dit voor verschraling van de data en daardoor verlies van kostbare informatie. Dit moet dan ook zoveel mogelijk worden voorkomen.
Ook is een goed VNA uitgebreider dan het radiologie-PACS. Alle afdelingen moeten op het VNA kunnen worden aangesloten met hun specifieke workflow en specifieke modaliteiten en de bijbehorende bestandsformaten. Er wordt in die context ook wel gesproken van een ‘Enterprise PACS’ of ‘ziekenhuisbreed beeld- en datamanagementsysteem’.
Binnen een VNA gaat het niet alleen om de opslag van data, maar ook om de mogelijkheid tot efficiënt gebruik van de beelden en informatie. Een goede opslag van beelden en data, gecombineerd met een uitgebreide ondersteuning van de onderzoeksworkflow is wat iedere zorgverlener wenst om goede zorg voor zijn of haar patiënten te kunnen bieden. Denk bijvoorbeeld aan uitgebreide gestructureerde verslaglegging bij scopiërende specialismen (bijvoorbeeld MDL, Longgeneeskunde, Gynaecologie), waarbij beeld en verslag vanzelfsprekend bij elkaar horen en registratie bij de bron gewenst is.
Onderdeel van een goed VNA is bovendien een diagnostisch werkstation. Dit is een viewer die gebruikt maakt van ‘hangings’ of ‘lay-outs’ en relevante beelden van onderzoeken automatisch naast elkaar plaatst en op een intelligente manier de juiste veelgebruikte meetfunctionaliteiten laat zien.
PACS vs VNA: conclusie
Samenvattend kunnen we zeggen dat een PACS gericht is op de afdeling Radiologie terwijl een VNA ziekenhuisbreed ingezet kan worden. Daarbij blijft bij een VNA de oorspronkelijke bestandsindeling behouden, waardoor data en kwaliteit niet verloren gaan. Het VNA speelt een cruciale rol bij het faciliteren van efficiënte multidisciplinaire zorg. Ook maakt het VNA uitwisseling van beelden en data tussen zorgverleners onderling mogelijk.
Waar men wel alert op moet zijn, is dat een VNA niet altijd Vendor Neutral is. Let er bij de keuze van een leverancier op dat hij écht leveranciersonafhankelijk beelden, signalen en data opslaat. Wat ons betreft is er ten slotte nog een belangrijk verschil, namelijk het verschil tussen een VNA en een goed VNA. Een goed VNA faciliteert diagnostiek door op een slimme manier direct de juiste veelgebruikte meetfaciliteiten te tonen.
RVC Medical IT
RVC biedt een VNA+: één leveranciersonafhankelijk archief, dat generieke mogelijkheden biedt voor het opzoeken, bekijken, beveiligen en delen van medische informatie. Het VNA van RVC is meer dan alleen een archief; het is een totaaloplossing die mogelijkheden biedt voor de aansluiting van álle modaliteiten én de ontsluiting van de beelden via één viewer die per specialisme ingericht kan worden. Deze viewer biedt alle functionaliteiten die zijn afgestemd op de informatiebehoeften en specifieke wensen van medische specialisten. RVC Medical IT zorgt dus niet alleen voor geconsolideerde opslag ‘aan de achterkant’, maar biedt ook vele gespecialiseerde functionaliteit voor alle medische specialismen, waardoor het praktisch alle afdelingsspecifieke systemen volledig vervangt.
De specialistische viewer RVC Clinical Insight is een klasse IIa CE-gecertificeerd medical device (Notified Body 1639).
Vanwege de uitgebreide mogelijkheden en de toepassingen binnen het VNA+ van RVC, noemen wij onze oplossing de RVC Clinical Repository.
Verder praten over het VNA? Neem dan voor een vrijblijvende afspraak contact met ons op via sales@rvc.nl.